Om het belang van circulair renoveren nader te onderzoeken hebben Copper8 (penvoerder) en TU Delft een consortium samengesteld met de volgende partijen: Stichting W/E adviseurs, Metabolic, TU Eindhoven, NIBE, Constructief, Nieman, Alba Concepts, LBP | SIGHT, SGS Search, Circular Catalyst & DGBC. Dit consortium heeft in samenwerking met TKI Urban Energy en TKI Bouw en Techniek gewerkt, met financiële ondersteuning vanuit het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
De belangrijkste bevindingen
De keuzes die worden gemaakt tijdens renovaties, zoals materiaalselectie, kunnen aanzienlijk bijdragen aan het verminderen van de impact van de renovaties. Uit het onderzoek blijkt dat de keuze voor circulaire materialen en technieken de milieu-impact van energierenovaties tot wel 41% kan verlagen. De kansen liggen met name bij het gebruik van hergebruikte, gerecyclede of biobased materialen.
Het afwegen van de uitstoot vanuit de productie van materialen en de uitstootreductie die dit oplevert door energiebesparing kan worden uitgedrukt in een zogenaamde CO2-terugverdientijd. Uit dit onderzoek blijkt dat de CO2-terugverdientijd van de gebruikte materialen bij woningrenovaties tussen de 2 en 7 jaar ligt. Zodra er biobased en hergebruikte materialen worden ingezet, daalt deze terugverdientijd met 2 jaar. De uitstoot door de productie van materialen wordt immers minder, waardoor de energierenovatie eerder tot CO2-reductie leidt.
De ontwikkelde Kansenkaart in dit project laat zien dat de grootste kansen voor het toepassen van circulaire renovaties liggen bij:
- Woningen, aangezien deze het grootste aandeel in uitstoot met zich meebrengen bij renovaties. Tegelijkertijd brengt dit grote uitdagingen met zich mee, want met name koopwoningen zijn lastiger collectief te bereiken.
- Installatietechniek, en dan met name de verwarmingsinstallaties, aangezien deze bij de huidige manier van renoveren de meeste materiaalgebonden CO2-uitstoot met zich meebrengen. Interessant is dat bij een verbeterde energetische kwaliteit van de gebouwschil (met name betere isolatiewaarde), de impact van de verwarmingsinstallatie ook lager wordt. Deze is immers minder nodig en hoeft met minder materiaal gemaakt te worden.
Om de circulariteit van installatiesector te versterken is het wenselijk dat het huidige systeem van Uitgebreide Producentenverantwoordelijkheid (UPV) wordt herzien. Het huidige UPV systeem is nog teveel ingericht op inzameling en laagwaardige verwerking, terwijl een circulair ontwerp tot wel 78% milieu-impactreductie van installaties kan leiden.
Conclusie en vervolgacties
De gebundelde inzichten uit dit onderzoek laten zien dat circulaire energierenovaties lonen vanuit een milieutechnisch oogpunt. Hoewel vervolgonderzoek wenselijk is om het onderwerp circulaire energierenovaties verder te brengen, kunnen opdrachtgevers direct aan de slag door bijvoorbeeld integrale afwegingskaders voor milieu-impact toe te passen bij het uitvragen en vormgeven van energierenovaties.
De eerste stap voorwaarts is het tekenen en verder verspreiden van het convenant (zie het hoofdrapport voor meer informatie). Dit moet leiden tot een kopgroep van opdrachtgevers en experts die de aankomende periode gaan werken aan het verder verdiepen en versterken van de rekenmethodieken en inzichten die nodig zijn om circulaire energierenovaties verder tot uitvoering te brengen. Het wenselijke eindbeeld is dat ook renovatieprojecten streefwaarden gaan kennen voor milieu-impact.
Download hier de rapporten
Vind hier de eindresultaten in het eindrapport en de bijbehorende sub-rapporten van de drie delen van dit onderzoek:
- Eindrapport Circulaire energierenovaties (hoofdrapport)
- Rapport deel 1.1 – Kansenkaart (Stichting W/E adviseurs)
- Rapport deel 1.2 – Kansenkaart (Technische Universiteit Eindhoven)
- Rapport deel 1.3 – Kansenkaart (Metabolic)
- Rapport deel 2 – Onderzoek naar de CO2-terugverdientijd (NIBE, Nieman, Constructief)
- Rapport deel 3 – Uitgebreide producentenverantwoordelijkheid klimaatinstallaties (LBP | SIGHT, SGS Search)