Subsidiemogelijkheden voor waterstof in Europa

Europa heeft sinds 2008 een groot stimuleringsprogramma voor waterstof en brandstofcellen onder de naam Fuel Cells and Hydrogen Joint Undertaking. Dit publiek-private programma heeft in de huidige periode van 2014-2020 een budget van 700 miljoen euro, dat wordt gematcht met private investeringen. De laatste calls worden dit jaar afgewikkeld, en de nieuwe programmaperiode wordt voorbereid. De verwachting is dat er opnieuw een groot budget beschikbaar komt om mede invulling te geven aan de Europese ambities van de aangekondigde Clean Hydrogen Alliance, onderdeel van de nieuwe industriestrategie van de Europese Commissie.

Naast het FCH JU programma zijn er ook andere Europese subsidiemogelijkheden, veelal in programma’s met meer generieke doelstellingen zoals innovatie, economische ontwikkeling en klimaatbescherming. Deze mogelijkheden worden op deze pagina bijeen gebracht.

De onderstaande informatie is indicatief en er kunnen geen rechten aan worden ontleend. Via links wordt naar de officiële websites verwezen; daar staat de gepubliceerde tekst die leidend is voor subsidieaanvragen. Voor nadere informatie of advies kunt u altijd contact zoeken met RVO (vaak het National Contact Point voor de regelingen) en met ons.

Overzicht subsidiemogelijkheden in Europa

De volgende afbeelding geeft een overzicht van subsidiemogelijkheden en financieringsinstrumenten in Europa vanuit het perspectief van het FCH JU. De mogelijkheden worden gerelateerd aan de Technological Readiness Levels en de mate van “bankability”. Voor projecten in de marktintroductiefase maakt Europa een combinatie van subsidies en andere financieringsvormen (blending) mogelijk. De subsidiemogelijkheden zijn verspreid over meerdere programma’s, die hierna worden behandeld:

  • Horizon 2020: het 7e EU Kaderprogramma voor Onderzoek en Innovatie. Hieronder vallen ook de projecten uit de FCH JU calls.
  • ESIF: Europese Structuur- en Investeringsfondsen. Hieronder vallen ERDF (oftewel EFRO, Europese Fondsen voor Regionale Ontwikkeling), ESF (Europees Sociaal Fonds), CF (Cohesiefonds) en INTERREG.
  • INTERREG: Interregionale samenwerkingsprojecten, onderdeel van ERDF.
  • CEF: Connecting Europe Facility (voor Transport en Energy)
  • Nog niet opgenomen in de afbeelding zijn de IPCEI: Integrated Projects of Common European Interest.

Overige financieringsinstrumenten:

  • Innovfin EDP (EU Finance for Innovators - Energy Demonstration Projects): ondersteuning aan innovatieve bedrijven met financiële instrumenten en advisering om hen betere toegang te verschaffen tot financiering voor onderzoek en innovatie. Onderdeel van Horizon 2020.
  • LIFE: financieringsprogramma voor milieu-, natuur- en klimaatprojecten
  • EFSI: Europees Fonds voor Strategische Investeringen (“Junckerfondsen”)
  • EIB: Europese Investerings Bank.
  • FI: financieel instrument. Dit omvat leningen, garanties, equity en andere risicodragende mechanismen om economisch levensvatbare projecten te steunen.
  • FLP: First-Loss Piece, een instrument van de EIB om een deel van een lening risicodragend te verstrekken.

TRL-fasering:

  • Voor projecten die zich op de lagere TRL-fasen concentreren (TRL 1-3, fundamenteel onderzoek), is het Horizon 2020 programma bedoeld.
  • Voor projecten die zich in de midden-TRL’s bevinden (TRL 4-6, industrieel en experimenteel onderzoek) zijn naast Horizon2020 ook ERDF en INTERREG geschikt.
  • Voor projecten die zich op de hogere TRL-fasen richten (TRL 7-9, praktijkexperimenten, pilots en demo’s) zijn naast Horizon 2020 ook ERDF en INTERREG geschikt, evenals IPCEI.
  • De CEF-regeling is bedoeld voor projecten die zich op de toepassing van waterstof in de transport- en energiesector richten (hogere TRL-fasen).

Nadere toelichting op deze regelingen

Hieronder volgt een nadere toelichting op deze subsidiemogelijkheden. We adviseren u om de betreffende websites in de gaten te houden voor de meest actuele informatie. Het is raadzaam om uw projectidee te laten toetsen door RVO, die voor veel van de genoemde programma’s de National Contact point is. 

Fuel Cells and Hydrogen Joint Undertaking (FCH JU)

Fuel cells and hydrogen Joint Undertaking (FCH (JU) is een Europese publiek-private samenwerking op het gebied van waterstof- en brandstofcellen). Het is voor het eerst vastgesteld in 2008 en vervolgens in 2014; een programma voor de volgende periode is in de maak. Het is een door de industrie geleid initiatief, dat financiering ontvangt van Horizon 2020 (onderdelen Transport en Energy). Het budget bedraagt voor de periode 2014-2020 circa € 700 miljoen.

Het programma staat open voor alle organisaties (industrie, kennisinstellingen, en andere organisaties) die zich bezighouden met wetenschappelijk onderzoek, technologische ontwikkeling en innovatie. Cofinanciering van de industrie is een voorwaarde. Het initiatief stimuleert de deelname van mkb-bedrijven.

JTI FCH stelt zich als doel waterstof- en brandstofcellen commercieel haalbaar te maken. Door de activiteiten van belanghebbende partijen, zowel nationaal als internationaal, te coördineren helpt dit initiatief de technologische en niet-technologische barrières op te lossen.

Het programma stelt jaarlijks een werkplan op en schrijft op basis hiervan calls for proposals uit. De onderwerpen van de calls zijn specifiek omschreven thema’s met tamelijk bindende prestatie-indicatoren. De deadline voor de huidige openstaande call is 21 april.

Een overzicht van door FCH JU gefinancierde projecten is te hier vinden.

Voor informatie over calls en indieningstermijnen en –voorwaarden kunt u terecht bij het FCH JU Programme Office, @email, tel: +32 2 221 81 30. Meer informatie vindt u hier.

RVO is National Contact Point voor de FCH JU regeling.

EFRO (ERDF)

Het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) is één van de Europese structuurfondsen, waarmee het regionaal beleid van de EU wordt gerealiseerd. In de periode 2014-2020 is de algemene doelstelling om economische verschillen tussen de Europese regio’s terug te dringen gekoppeld aan de strategie van de EU voor slimme, duurzame en inclusieve groei. Voor de meer ontwikkelde regio’s binnen de EU, zoals Nederland, richt het fonds zich onder meer op het versterken van de regionale concurrentiekracht, het vergroten van de werkgelegenheid, en de overgang naar een koolstofarme economie door het verbeteren van de energie-efficiëntie en de uitrol van innovatie op dit gebied.

Voor de uitvoering in Nederland is voor elk landsdeel een instantie ingesteld die de coördinatie van de EFRO-gelden namens het ministerie van EZK voor rekening neemt. Deze instanties (managementautoriteiten) per regio zijn:

  • noord: Drenthe, Friesland, Groningen – Samenwerkingsverband Noord-Nederland (OP EFRO SNN).
  • oost: Gelderland, Overijssel – Provincie Gelderland (OP Oost).
  • zuid: Limburg, Noord-Brabant, Zeeland – Provincie Noord-Brabant (Stimulus OP Zuid).
  • west: Noord-Holland, Zuid-Holland, Flevoland, Utrecht – Gemeente Rotterdam (Kansen voor West).

Een voorbeeld van een waterstofproject dat ondersteund wordt door Kansen voor West is Bio Hydrogen, waarin een waterstofproductiemodule wordt gekoppeld aan een biomassavergassingsinstallatie om grootschalig groene waterstof op te wekken. Een ander voorbeeld dat ondersteund is door OP EFRO SNN is H2GO, waarin een ombouwkit is ontwikkeld voor conversie van een conventioneel aangedreven voertuig naar een brandstofcelvoertuig.

Voor grensoverschrijdende samenwerking bestaan de INTERREG-programma’s, die ook onder EFRO vallen (zie beneden).

Het totale budget voor de EFRO-programma’s voor 2014-2020 is in Nederland € 507 miljoen.

Meer informatie vindt u hier.

INTERREG: Europese Territoriale Samenwerking

INTERREG is een Europese subsidieregeling voor ruimtelijke en regionale ontwikkeling. Aan de projecten die onder INTERREG vallen werken partijen uit verschillende landen samen. Er zijn 3 verschillende Interreg-programma's. Deze richten zich op samenwerking in de grensregio's (Interreg A); samenwerking tussen regio's in verschillende landen (voor Nederland relevant zijn de programma’s Noordwest Europa en Noordzeeregio); en samenwerking interregionaal en Europabreed.

Nederland ontvangt voor de periode 2014-2020 van de EU € 309 miljoen voor de programma's in de grensregio's. Overheden en betrokken partijen betalen ook mee. Doel is om economische activiteiten en ontwikkelingen in buurlanden met elkaar te verbinden. Nederland besteedt het geld aan 3 thema's: Innovatie (in het MKB); Koolstofarme economie (duurzame energie); en Human Capital Agenda/ Arbeidsmobiliteit (grensarbeid). Nederland doet mee aan 4 programma's in de grensregio's: Nederland-Duitsland, Vlaanderen-Nederland, Euregio Maas-Rijn, en 2 Zeeën.

Waterstofprojecten passen in de thema’s innovatie en koolstofarme economie. INTERREG Vlaanderen-Nederland heeft bijvoorbeeld diverse projecten van WaterstofNet gefinancierd.

Nederland doet verder mee aan 2 transnationale programma's. In het Noordzeeprogramma werken Noorwegen, Denemarken, Zweden, Duitsland, Nederland, België en het Verenigd Koninkrijk samen. De projecten in dit programma gaan onder meer over duurzame energie en transport. In het Noordwest Europa programma werken Ierland, het Verenigd Koninkrijk, Nederland, Duitsland, België, Luxemburg, Frankrijk en Zwitserland samen. Dit programma richt zich op innovatie, koolstofarme economie en een efficiënt gebruik van hulpbronnen en materialen.

Een voorbeeld van een waterstofproject in het Noordwest Europa-programma is H2SHIPS, dat de toepassing van waterstof voor aandrijving van schepen demonstreert.

Tenslotte zijn er vier Europa-brede programma's, waaronder INTERREG Europe dat zich onder meer richt op meer technologische ontwikkeling, innovatie, sterkere concurrentiekracht van MKB en bescherming van het milieu. Een voorbeeld van een waterstofproject in dit programma is SMART HY AWARE, waarin Provincie Zuid-Holland deelneemt.

Het INTERREG-programma voor de periode 2014-2020 is bijna ten einde. Omdat lang onduidelijk was hoe de Brexit zijn beslag zou krijgen, is het voorbereiden van de nieuwe programmaperiode vertraagd. In de huidige programmaperiode worden nog weinig calls verwacht.

Meer informatie vindt u hier.

CEF Transport / Energie

De Connecting Europe Facility (CEF) is een financieringsinstrument van de Europese Unie, die hiermee gerichte investeringen stimuleert die de ontwikkeling van adequate trans-Europese transport- en energienetwerken ondersteunen. Deze netwerken zijn onderling verbonden, duurzaam en efficiënt.

CEF Transport heeft voor de periode 2014 tot 2020 ruim € 24 miljard beschikbaar om projecten te ondersteunen. Dit budget wordt verdeeld over de verschillende calls, waarvan er jaarlijks minstens 1 call open gaat. Daarnaast is er de permanente Blending Faciliteit, die subsidie verstrekt in combinatie met een EIB-lening. CEF Energy heeft van 2014 tot 2020 € 4,7 miljard beschikbaar.

Projecten komen in aanmerking voor subsidie van CEF Transport als ze zich richten op het verbeteren en versterken van het TEN-T netwerk door overschakelen op innovatieve energie-efficiënte transporttechnologieën met een lage koolstofuitstoot. Hieronder valt ook waterstof. Dit kunnen projecten met wegvoertuigen, vaartuigen of treinen zijn, mits ze plaatsvinden op of nabij aangewezen transportcorridors.

Om in aanmerking te komen voor financiering vanuit de CEF Energy, moet een project op de Europese lijst van ‘Projects of Common Interest’ (PCI’s) staan. Een project moet onder andere bijdragen aan de Europese doelstellingen op het gebied van energie, de concurrentie vergroten en een significante impact hebben op de markt van ten minste twee Europese landen.

Twee soorten projecten zijn mogelijk onder zowel CEF Transport als CEF Energy:

  • Studies of studieprojecten met pilotactiviteiten ter voorbereiding op grootschalige uitvoeringsprojecten. Deze projecten ontvangen over het algemeen een subsidiepercentage van 50% van de projectkosten.
  • Uitvoeringsprojecten (werken). Deze ontvangen subsidiepercentages van 10% tot 50% van de projectkosten.

Een voorbeeld van een waterstofproject in het CEF Transport programma is H2BENELUX.

Nederlandse bedrijven die een project willen indienen voor CEF Transport, moeten zich melden bij RVO. Zij coördineren het traject voor de Nederlandse ondersteuning via het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW). 

Meer informatie vindt u hier en hier.

IPCEI

IPCEI staat voor Integrated Projects of Common European Interest. Het gaat hierbij om grootschalige onderzoek, demonstratie en implementatieprojecten van Europees belang, waarbij de onrendabele top onder voorwaarden tot 100% kan worden vergoed. In tegenstelling tot andere programma’s is bij IPCEI ook eerste commercialisatie (tussen pilot en start van massaproductie) subsidiabel.

Er wordt een IPCEI voor waterstof voorbereid onder de naam Hydrogen for Climate Action. Dit omvat deelprojecten op alle onderdelen van de waterstofketen:

  • Opwekking van groene waterstof uit hernieuwbare energiebronnen
  • Transport van waterstof in verschillende vormen en met verschillende middelen
  • Mobiliteitstoepassingen zoals zware bedrijfsvoertuigen, bussen, treinen, schepen, enz., met waterstoftankstations op wegen, havens en busdepots
  • Industriële toepassingen zoals staalproductie, kunstmest, cement of industriële warmte (gemengd met aardgas in verschillende percentages), evenals raffinaderijen en waterstofgebruik in de chemische sector
  • In de energiesectortoepassingen zoals tijdelijke en seizoensopslag, benutting van piekstroom om het elektriciteitsnet te ontlasten, aggregaten op restwaterstof
  • In de woningbouwsector voor WKK-toepassingen, ter vervanging van aardgas in specifieke toepassingen
  • Toepassingen bij eindgebruikers zoals supermarkten die hun logistiek willen vergroenen of cruiseschepen die hun klanten schoon reizen willen bieden

In januari zijn tijdens een conferentie in Brussel diverse deelprojecten voorgesteld.

Meer informatie vindt u hier.