Als voorloper in de energietransitie is het natuurlijk belangrijk dat wij naar onze CO₂-voetafdruk kijken. Daarnaast denken we graag met je mee.

Jazeker, ook websites hebben een CO₂-voetafdruk...

Het internet verbruikt veel elektriciteit. 416,2 TWh per jaar om precies te zijn. Dat is meer dan het gehele Verenigd Koninkrijk per jaar in totaal.

  • We maken gebruik van een groene server

    Heb jij een website? Check je ecologische voetafdruk op websitecarbon.com

  • Donkere modus

    Het weergeven van de website in de donkere modus zorgt voor een aanzienlijke energiebesparing ten opzichte van een witte achtergrond. Als bezoeker heb je in deze keuze qua weergave een directe invloed op de footprint van topsectorenergie.nl.

    Daarnaast kun je ook een hoop energie besparen door (OLED) schermen op de donkere modus te zetten.

  • De code van onze website

    Wij laden niks in voordat jij er actief naar vraagt. Of het nou gaat om code, afbeeldingen of video’s. Beheer je voorkeuren via de cookiebanner.

Het verhaal van GZI Next begint in 2018. Op 8 januari van dat jaar wordt er voor de allerlaatste keer gas geproduceerd op het terrein van de NAM en Energie Beheer Nederland (EBN) in Emmen. Daarna gaat de productielocatie dicht. Het einde van een tijdperk, koppen de media. Maar ook het begin van iets nieuws. Op de plek van de gaszuiveringsinstallatie (GZI) zal namelijk een energiehub komen. Een plek waar groene energie – zonne-energie, groen gas en waterstof – wordt gemaakt en verdeeld. Het is op dat moment voor het eerst dat een NAM-locatie op die manier een tweede leven krijgt. Het gedachtegoed dat eraan ten grondslag ligt? Het terrein mag dan niet langer gebruikt worden voor de gasproductie, maar beschikt nog wel over een prima infrastructuur, zoals elektriciteitskabels en pijpleidingen. Dat maakt de locatie geschikt voor een rol in de energietransitie. ‘Daarom besloten we het terrein op die manier een tweede leven te geven’, zegt René Jansen. René is General Manager Decommissioning and Energy Hubs bij NAM. ‘Dat was voor ons voor het eerst. Maar NAM heeft nog veel meer van dit soort terreinen. Als dit plan in Emmen zou slagen, zou het een fantastisch voorbeeld zijn voor soortgelijke locaties.’

Gouden driehoek

Het is echter geen plan dat NAM in zijn eentje kan doen slagen. Daarom wordt een consortium opgericht. Daarin zitten alle partijen die willen bijdragen aan de ontwikkeling van GZI Next, zoals de energiehub zal gaan heten. Lid van het consortium zijn aanvankelijk NAM, EBN, Gasunie, NEC, GETEC (voorheen Emmtec) en de gemeente Emmen en provincie Drenthe. Later voegen Shell en ENGIE zich daarbij als bedrijven die groene energie gaan produceren. Ook Gasunie Transport Services (GTS) sluit aan. New Energy Coalition is betrokken als adviserende partij. ‘Je hebt zo’n “gouden driehoek” van overheden, producenten en afnemers nodig om een plan als dit van de grond te krijgen’, zegt René Jansen. ‘In een later stadium hebben we er overigens een gouden vierkant van gemaakt: toen is ook de omgeving er actief bij betrokken.’

Flinke dosis lef

Een snelle blik op de huidige situatie: op het terrein prijken inmiddels een enorm zonnepark en een waterstof-vulstation. Er is een pijpleiding aangelegd GZI Next naar Getec, zodat waterstof direct naar het industriepark kan worden gepompt. Voorjaar 2023 worden de vergunningen verwacht waarna  definitieve investeringsbeslissingen worden gedaan voor de groengasinstallatie, die de naam North Star kreeg, en de elektrolyser, de “waterstoffabriek” die met elektriciteit uit zonne-energie waterstof maakt. Er is dus veel gebeurd en gerealiseerd. Maar dat ging niet vanzelf. ‘Het ontwikkelen van zo’n energiehub vereist veel doorzettingsvermogen, een flinke dosis lef, ondernemerschap en vooral: visie’, vindt René Jansen. ‘Ik denk dat onze besluitvormingsstructuur hierin heel belangrijk is geweest. De initiatiefnemers – ENGIE, EBN en Shell – doen de investeringen in GZI Next, ondersteund door subsidie. Gasunie investeert in de infrastructuur. Deze bedrijven nemen daarom samen de economische besluiten. De mogelijkheden daarvoor worden eerst uitgewerkt in projectgroepen, zoals een projectgroep waterstof en een projectgroep groen gas. Inmiddels zijn veel plannen al behoorlijk concreet. De producenten zorgen nu voor de daadwerkelijke uitvoering van de projecten.’

Gezamenlijk

Alle partijen die betrokken zijn bij GZI Next, zijn keihard nodig, benadrukt de NAM-manager. ‘De economische besluiten worden weliswaar genomen door de investeerders, maar andere besluiten, bijvoorbeeld op het gebied van omgevingsmanagement of communicatie, neemt het consortium gezamenlijk. Er zijn een stuurgroep en een kerngroep waarin alle betrokken partijen vertegenwoordigd zijn. René noemt onder meer de strategienota die de gemeente Emmen al vroeg in het proces opstelde, als een belangrijk aandeel in het GZI Next-project. Daarover kan wethouder Guido Rink meer vertellen. ‘De gemeente Emmen vond het belangrijk om GZI Next te steunen. Het plan zou niet alleen werkgelegenheid opleveren, maar de regio ook op de kaart zetten als voorloper op het gebied van groene energie. Daarom zijn we niet alleen lid geworden van het consortium, maar hebben we ook een strategienota opgesteld. Daarin staan de plannen van GZI Next beschreven. De raad heeft deze nota unaniem aangenomen. Daarmee hebben we niet alleen draagvlak voor het plan gecreëerd in de gemeente, maar ook vastgelegd dat het gemeentelijk beleid geen belemmering voor de ontwikkeling van GZI Next mocht vormen.’

Tien waterstofbussen

De provincie Drenthe financierde, met een subsidie vanuit JIVE (Joint Initiative for hydrogen Vehicles across Europe, red.), de aanschaf van tien waterstofbussen. ‘Daarmee ontstond een gegarandeerde afzet van waterstof’, legt gedeputeerde Tjisse Stelpstra van de provincie Drenthe uit. ‘Die garantie was enorm belangrijk voor de producenten. Zonder zicht op afnemers ga je immers niet investeren.’ De gemeente en provincie waren bovendien actief als bemiddelaars, bijvoorbeeld door te praten met bedrijven. ‘We willen de omliggende bedrijven graag betrekken bij de ontwikkeling van GZI Next. De industrie in Emmen heeft zeker interesse in het project. De hoge kosten van waterstof zijn voor hen nog een struikelblok. Desondanks hebben we, met de opening van het waterstof-vulpunt voor bussen, een grote stap gemaakt in de ontwikkeling van de energiehub en de toepassing van waterstof in mobiliteit.' De gedeputeerde laat weten dat hij het mooi zou vinden als GZI Next nog meer maatschappelijke meerwaarde creëert. ‘Ons plan is altijd geweest om scholen bij het project te betrekken, zodat leerlingen kunnen leren over groene energie, of we mbo-ers kunnen opleiden om te werken met deze nieuwe technieken. De praktijk bleek alleen weerbarstiger. Daarom is het nog niet gelukt om die meekoppelkansen te realiseren.’

Meekoppelkansen, wat zijn dat?

Meekoppelkansen zijn mogelijkheden die niet direct bijdragen aan het doel van een project, maar wél in het project meegenomen worden omdat ze op een andere manier meerwaarde creëren. Om het doel van GZI Next te bereiken (namelijk: het realiseren van een groene energiehub) is het bijvoorbeeld niet per se nodig om daar scholen bij te betrekken. Door dat toch te doen, leren kinderen over techniek en nieuwe vormen van energie. Op de lange termijn leidt dat er wellicht toe dat deze kinderen sneller kiezen voor een baan in de techniek. Zo creëren meekoppelkansen meerwaarde voor een breder publiek, ook wel maatschappelijke meerwaarde genoemd.

Herhaalbare aanpak

Die conclusie trekt ook Marc Rijnveld, directeur en onderzoeker bij Public Mediation. Public Mediation wordt door Topsector Energie en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) gevraagd onderzoek te doen naar GZI Next. De onderzoeksvraag: kan op basis van de aanpak van GZI Next een herhaalbaar proces geformuleerd worden, waarin inwoners, bedrijven en andere organisaties in de omgeving een plek hebben in de energiehub en zo maatschappelijke meerwaarde ontstaat? ‘Omdat er veel locaties zijn die, net als GZI Next, eerst voor aardgas werden gebruikt en nu een andere bestemming krijgen, wilde RVO graag dat die andere locaties kunnen leren van GZI Next. Bovendien zou het mooi zijn als die projecten een zo groot mogelijk maatschappelijk effect hebben. Daarom onderzochten we of het mogelijk is om uit het GZI Next-project een herhaalbare aanpak te destilleren’, legt Marc uit. Hij en zijn collega’s doen een half jaar lang onderzoek naar het project in Emmen. ‘Het viel ons op dat de focus vooral lag op de technische en bedrijfseconomische ontwikkelingen en dus niet op de omgeving en de maatschappelijke meerwaarde. We denken dat de besluitvormingsstructuur die GZI Next heeft, daar een grote rol in speelt. Het zijn doorgaans namelijk vooral overheden die zich bezighouden met meekoppelkansen. Dus: hoe kan dit energieproject ook op andere vlakken dan energie meerwaarde hebben? Producenten houden zich vooral bezig met hun investeringen. En doordat het de producenten zijn die bij GZI Next de besluiten nemen, blijft die maatschappelijke meerwaarde achter.’

Strenger zijn

De uitkomsten van het onderzoek van Public Mediation verrassen het consortium. Best begrijpelijk, vindt Marc: ‘Het consortium was allang aan de gang voordat wij onderzoek gingen doen. Het voelde voor ons alsof we op een rijdende trein stapten, en voor het consortium alsof wij even langskwamen om te vertellen wat er allemaal fout ging.’ René Jansen: ‘Wat wij hier doen, is pionieren. Iets nieuws uitvinden. Daar komt zóveel bij kijken waarbij je van tevoren niet hebt stilgestaan. Het lukt dan gewoon niet altijd om het project vanuit een breder oogpunt te bekijken. Maar als het om die meekoppelkansen en het betrekken van de omgeving gaat, heeft Public Mediation de vinger op de zere plek gelegd. Daar zijn we vanaf dat moment dus ook serieuzer naar gaan kijken.’

Wensen en zorgen

Het is omgevingsmanager Isabelle van Rossum die voor het project wordt aangewezen om de omgeving te betrekken. Omdat de relatie met de omgeving van groot belang is, wordt snel daarna een brede werkgroep ingericht: specialisten van Shell, EBN en ENGIE leggen zich op het omgevingsmanagement toe. De afgelopen jaren spraken zij met inwoners - via de Erkende Overleg Partners (EOP’s) van de gemeente Emmen -, ondernemers, onderwijsorganisaties, gemeente, provincie, college’s en milieuorganisaties. Omdat de grootste zorgen vanuit de omgeving voornamelijk gaan over groen gas, is er intensief contact met de werkgroep van het North Star consortium. ‘We zijn op zoek gegaan naar de wensen en zorgen van de omgeving, zodat we daarop konden inspelen. De gesprekken met de omgeving en hun kritische vragen leveren het North Star team ook waardevolle inzichten op’. Zo wordt, na meerdere berichten over de toename van het aantal vrachtwagens rondom het terrein, een verkeersonderzoek uitgevoerd. Wat blijkt: de toename van vrachtverkeer is deels toe te schrijven aan GZI Next, en deels aan ontwikkelingen bij andere bedrijven. ‘Samen met die bedrijven zoeken we nu naar een passende oplossing.’

Excursies

Nog een belangrijk signaal vanuit de omgeving: men is bang dat de groengasinstallatie geuroverlast zal veroorzaken. ‘Daarom organiseert de werkgroep van Shell, EBN en ENGIE excursies naar een locatie waar een vergelijkbare installatie staat, zodat mensen zelf kunnen ervaren in hoeverre je zo’n installatie ruikt. Gelukkig vinden de meeste deelnemers de geur erg meevallen. Het ontwerp van de installatie wordt aangepast op verzoek van de omgeving.’ Ook worden er informatieavonden organiseert over de vergunningen. ‘Zo’n vergunningsaanvraag is voor projectpartners al ontzettend complex, laat staan voor inwoners die hier niet dagelijks mee te maken hebben. Tijdens de informatieavonden wordt uitgelegd wat er precies in de vergunningsaanvragen staat en wat dat voor de omgeving betekent. Ook wordt een toelichting gegeven op tal van onderzoeken naar de milieu-effecten op de omgeving. Zo werkt het team aan meer begrip in de omgeving en het hoopt het zorgen over mogelijke overlast weg te nemen.’

Wat willen jullie?

Isabelle stelt namens het consortium een Omgevingsprogramma op. Daarin staat precies beschreven op welke manieren GZI Next binnen de bestaande kaders maatschappelijke meerwaarde wil creëren. ‘Zo worden de meekoppelkansen echt onderdeel van GZI Next en wordt het voor de consortiumpartners noodzakelijk om eraan bij te dragen. We starten binnenkort met de uitvoering van het programma.’ De omgevingsmanager deelde het programma op in drie categorieën: projectgebonden voordelen – ‘bijvoorbeeld dat de opgewekte groene energie wordt gebruikt voor de industrie in de regio en daarmee meerwaarde heeft voor die bedrijven’ –, immateriële voordelen – ‘zoals onderwijs en excursies’ – en financiële voordelen. Die laatste is bijzonder: ‘De omgeving bepaalt hoe dat budget wordt ingezet. Daarvoor gaan we binnenkort in gesprek met de EOP’s. Onze ervaring is dat de omgeving soms hele andere wensen heeft dan je zelf zou kunnen bedenken. Door hen letterlijk te vragen “Wat willen júllie?” weet je zeker dat het geld wordt besteed aan dingen waar de omgeving ook echt op zit te wachten. We zijn heel benieuwd welke wensen en ideeën we te horen zullen krijgen.’

Terugkijken

Hoewel GZI Next nog niet af is – de verwachting is dat de hub in 2024 of 2025 operationeel is – is het niet te vroeg om terug te kijken. Wat leverden de afgelopen jaren op, naast de zichtbare ontwikkelingen op het GZI-terrein? Welke inzichten ontstonden er, welke lessen werden geleerd? Wethouder Guido Rink: ‘Het is belangrijk om zo vroeg mogelijk in het project aan onze inwoners duidelijk te maken wat de rol van de gemeente is. Wat kunnen ze van ons verwachten als behartiger van hun belangen, en wat als lid van het consortium. In verschillende fases van een traject zoals bij GZI Next kan dat verschillen. Daarom is het goed onze rol en belangen – en die van andere partijen – nog beter duidelijk te maken.’

Vertrouwen

René Jansen: ‘De kracht van onze samenwerking, ons “gouden vierkant” heeft zich de afgelopen jaren heel vaak bewezen. Die samenwerking is steeds makkelijker geworden, vind ik. We hebben elkaar leren kennen, weten precies met wie we aan tafel zitten, wie waar goed in is of wie iets snel kan regelen. Dat is heel waardevol.’ Isabelle van Rossum beaamt dat. ‘Het mooie aan de GZI Next-samenwerking vind ik dat publieke en private partijen hier zo intensief samenwerken. Dat is volgens mij vrij uniek. Ook valt me op dat alle partijen zich hier duidelijk voor de lange termijn aan verbonden hebben. Geen enkele partij is halverwege uitgestapt. Best bijzonder, want er is echt weleens wat wrijving geweest. Ik denk dat die langetermijnvisie het project enorm heeft geholpen. Daardoor kon er vertrouwen ontstaan.’

Stevig op de kaart

Waar ze het meest trots op zijn? Guido Rink: ‘Dat Emmen met GZI Next stevig op de kaart is gezet als voorloper op het gebied van groene energie én een belangrijke bijdrage levert aan het voortbestaan van de industrie en werkgelegenheid in Drenthe. Iedereen práát over nieuwe energie, maar in Emmen gebeurt het!’ René Jansen, tot slot: ‘Dat we het samen voor elkaar krijgen om een enorm zonnepark, één van de meest innovatieve groengasinstallaties en één van de grootste elektrolysers van Nederland neer te zetten. Ik bedoel: bussen die op waterstof rijden, een industriepark dat deels op waterstof draait… daar kan ik alleen maar heel trots op zijn.’

Deze website maakt gebruik van cookies en daarmee vergelijkbare technieken om een optimale gebruikerservaring te bieden. Je kunt je voorkeuren aanpassen .
Deze cookies zorgen ervoor dat de website naar behoren werkt. Deze cookies kunnen niet uitgezet worden.
Deze cookies zorgen ervoor dat we het gebruik van de website kunnen meten en verbeteringen door kunnen voeren.
Deze cookies kunnen geplaatst worden door derde partijen, zoals YouTube of Vimeo.
Deze cookie stellen onze advertentiepartners in staat om doelgerichter informatie te kunnen aanbieden.
Door categorieën uit te zetten, kan het voorkomen dat gerelateerde functionaliteiten binnen de website niet langer correct werken. Het is altijd mogelijk om op een later moment de voorkeuren aan te passen.