
De energietransitie is complex en urgent. Voor de doelstellingen voor 2030 en 2050 komt het aan op innoveren én samenwerken. Daarom trekt de Topsector Energie nauw op met TNO. Want alleen met vereende kennis en kunde kunnen we de juiste veranderingen in het juiste tempo teweegbrengen. We delen elkaars inzichten en plannen en brengen die in lijn. Algemeen directeuren Jörg Gigler (Topsector Energie) en Ton de Jong (TNO) benadrukken het belang van deze samenwerking en zien verbeteringen in het Nederlands innovatielandschap.
In november gaven de Topsector Energie en Onderzoeksorganisatie TNO een gezamenlijke presentatie over de stand van zaken van de Integrale Kennis- en Innovatieagenda (IKIA) (pdf). Jaarlijks kijken beide organisaties naar elkaars plannen en resultaten, plus de actuele ontwikkelingen rond de missies om de klimaatdoelstellingen te bereiken. “Al vóór de zomer komen we bijeen om hierover met elkaar in gesprek te gaan”, zegt Gigler. “Zitten we nog steeds op de goede weg met onze innovatieprogramma’s of is er reden voor aanpassingen voor het komende jaar?”
Plannen afstemmen
Met ‘eenvoudige’ technologische innovaties zetten we de energietransitie niet in gang. Ook aspecten als maatschappelijke acceptatie, beleid, veiligheid en circulariteit spelen mee en maken elke uitdaging extra complex. “De opgave is voor iedere organisatie te groot om alleen op te pakken”, benadrukt De Jong. “Ondertussen hebben we geen tijd te verliezen om de opwarming van de aarde tegen te gaan. Daarom is het goed dat de Topsector Energie en TNO de plannen met elkaar afstemmen en elkaar scherp houden op wat er in de omgeving gebeurt.”
Elkaar aanvullen
In de samenwerking vullen de Topsector Energie en TNO elkaar goed aan. “We vesterken elkaar”, stelt Gigler. “De Topsector is een kleine, onafhankelijke netwerkorganisatie die goed is in het smeden van consortia rond projecten. Maar het diep inhoudelijke werk gebeurt onder meer bij TNO, een organisatie die net als wij een langetermijnvisie heeft op de energievraagstukken.”
Onderzoek helpen toepassen
Met ongeveer 1.250 professionals voor toegepast onderzoek in het energiedomein is TNO hét energieonderzoekcentrum van Nederland. “Dat onderzoek heeft alleen zin als het landt in het bedrijfsleven en de maatschappij”, zegt De Jong. “Daar werken we samen met de Topsector Energie. Die weet waar de behoefte ligt en helpt relaties te leggen met bedrijven die onze kennis kunnen toepassen, bijvoorbeeld door consortia te helpen vormen.”
Uitvoering subsidieregelingen
Ondanks de logische en noodzakelijke samenwerking hebben de Topsector Energie en TNO een onafhankelijke positie. “Samen denken we met RVO – de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland – mee over de inhoud van de regelingen waar bijvoorbeeld TNO op kan inschrijven”, zegt Gigler. “Maar bij de toekenning van de subsidies zijn wij als Topsector niet betrokken. De uitvoering gebeurt door RVO en de beoordeling van de aanvragen ligt in handen van onafhankelijke commissies van deskundigen.”
Mooie voorbeelden van innovaties
De jaarlijkse herijking van de innovatieprogramma’s, die stuk voor stuk geënt zijn op de missies van de IKIA, werpen ondertussen hun veelbelovende vruchten af. “Denk aan het brede waterstofprogramma van het innovatienetwerk ISPT waar ook TNO aan deelneemt”, zegt Gigler. “Het opzetten van een internationale keten, de opschaling van de waterstofproductie; enkele jaren geleden was dat nog nauwelijks voorstelbaar, nu zijn we er heel actief mee bezig. Een ander mooi voorbeeld van een integrale aanpak is het North Sea Energy-consortium met ruim 40 partijen. Het richt zich op de potentie van de Noordzee voor een geïntegreerd energiesysteem, inclusief de rol van waterstof daarin.”
Oog voor 2050
Gigler en De Jong zien ook verbetermogelijkheden voor het innovatielandschap. “Het ontwikkeltempo moet omhoog, zowel voor de doelen van 2030 maar ook zeker voor 2050”, vindt De Jong. “Geef daarom ook voldoende steun aan innovaties met lage en midden Technology Readiness Levels zodat we daarmee de uitdagingen van na 2030 kunnen oppakken.”
Zorgvuldig en graag snel
De Jong vreest bovendien dat de organisatie van het innovatielandschap vertragend kan werken. “Maken we het met de verschillende missieteams, TKI’s, groeifondsbesturen en financieringen allemaal niet te complex?” Gigler worstelt daar ook mee. “Enerzijds heb je deze structuur nodig om zorgvuldig te kunnen stilstaan bij de brede impact van innovaties en om draagvlak te creëren. Hetzelfde geldt voor de procedures rond de individuele regelingen die ook zorgvuldig en transparant moeten gebeuren en voor beleidsvorming. Anderzijds zien we dat het klimaat aan het opwarmen is en wens ik dat bedrijven meteen met innovaties aan de slag kunnen gaan.”
Aandacht voor overstijgende thema’s
De Jong vestigt ook graag de aandacht op thema’s voor innovaties die de missies van de IKIA overstijgen. “We moeten alert zijn op circulariteit, systeemintegratie en sociale innovatie in relatie tot technische innovaties. Die onderwerpen moet je echt meenemen.” Gigler zegt dat de Topsector Energie hier samen met het onderwijs learning communities voor opzet. “Alle betrokkenen, inclusief het hbo en mbo, vormen rond een cluster van innovatieprojecten communities op verschillende doorsnijdende thema’s, bijvoorbeeld veiligheid en digitalisering.
Meer professionals nodig
Het brengt Gigler op zijn laatste punt: human capital. “Al jaren is de behoefte aan professionals zo aan het groeien dat het tekort in elk domein inmiddels begint te knellen. Met learning communities moeten we de professionals van morgen aanhaken op de energietransitie en we moeten jongeren verleiden te kiezen voor techniek.” Ook hier biedt innovatie kansen. “Als we inzetten op digitalisering en robotisering voor bijvoorbeeld onderhoud van offshore windparken, maken we ons minder afhankelijk van wat misschien nu wel het grootste knelpunt is in de energietransitie.”
Meer weten?
Bekijk hier de presentatie van de Topsector Energie en TNO over de missies en innovatieprogramma’s van de Integrale Kennis- en Innovatieagenda (IKIA).