Gemeenten houden met de laadinfrastructuur steeds meer rekening met hun inwoners

Nieuwsbericht |
Digitalisering
|
.

Laadpalen voor elektrische voertuigen zijn niet meer weg te denken uit de Nederlandse publieke ruimte. Er zijn nu zo’n 81.000 openbare oplaadpunten in ons land. Dat aantal groeit de komende jaren. Hoe de laadinfrastructuur zich verder ontwikkelt, wordt voor een groot deel bepaald door gemeenten. Quirine van Eeden, Teije Terhorst en Socrates Schouten, onderzoekers bij Waag Futurelab, onderzochten in opdracht van RVO voor de Topsector Energie hoe gemeenten hun inwoners daarbij centraal kunnen stellen.

Het onderzoek van Waag Futurelab draait om de vraag hoe gemeenten een laadinfrastructuur kunnen realiseren volgens het Public Stack-model: een model dat pleit voor het ontwerpen en ontwikkelen van technologie op basis van publieke waarden. Het Public Stack-model zet de burger centraal, en reduceert haar niet tot een gebruiker wiens data ongevraagd verzameld wordt of gedrag onbewust beïnvloed wordt.

De gebruiker centraal

“Met de Public Stack hebben gebruikers een volwaardige stem in het ontwerp van de laadinfrastructuur en weten ze bijvoorbeeld wat er gebeurt met hun data”, legt Van Eeden uit. “Ook kunnen ze meer inzicht krijgen in welke gegevens (data) verzameld worden en toestemming geven voor het delen hiervan.” Van Eedens afdeling – Future Internet Lab – onderzoekt specifiek hoe ontwikkelaars burgers en andere belanghebbenden kunnen betrekken bij het ontwerpen van technologie.

In 2021 onderzocht Waag Futurelab hoe een Public Stack voor laadinfrastructuur eruit zou kunnen zien. Naar aanleiding van dit onderzoek vroeg RVO op verzoek van de Topsector Energie aan Waag Futurelab om aanbevelingen te doen voor gemeenten die een laadinfrastructuur op basis van Public Stack willen realiseren. Van Eeden, Terhorst en Schouten brachten de mogelijkheden voor gemeenten in kaart.

Slim laden

De vele laadpalen op straat zorgen voor een extra belasting van het elektriciteitsnet. De noodzaak om de netcapaciteit op een slimme manier te verdelen – en overbelasting van het net te voorkomen – wordt met de snelle toename van het aantal elektrische voertuigen groter. Slim laden kan hiervoor een oplossing zijn: afhankelijk van het moment wordt een voertuig volledig of gedeeltelijk opgeladen. Hiermee wordt de elektriciteit eerlijk verdeeld onder op te laden voertuigen. Hoe dit in de praktijk precies gaat werken, wordt nog onderzocht. Wel nemen gemeenten slim laden al op in hun overeenkomsten met leveranciers. Maar, gemeenten geven hier (nog) geen uniforme invulling aan.

Cyberveiligheid en privacy

‘Profiling’ – werken op basis van gepersonaliseerde datasets – lijkt een rol te gaan spelen in de slimme verdeling van energie. Aan de hand van particuliere laadbehoeftes en een tariefvoorspelling kunnen laadsessies dynamisch afgestemd worden op het verbruik. Hiervoor worden profielen opgebouwd van gebruikers van elektrische voertuigen. Maar die profielen zijn vrijwel nooit te controleren, transparant of volledig. Exploitanten leveren bovendien steeds vaker niet alleen de laadpalen zelf, maar bieden ook een ‘alles-in-één-oplossing’ aan. Dit betekent dat een exploitant ook de software, (verzegelde) hardware en consultants aanbiedt voor de laadpalen. Daardoor krijgen ze toegang tot en inzicht in klantprofielen. Die kunnen ze vervolgens inzetten voor andere doeleinden. Hierdoor belanden alle gegevens van gebruikers dus bij eenzelfde exploitant die deze informatie kan gebruiken voor andere diensten.

“Overheden, netbeheerders en marktpartijen streven naar een veilige verbinding van publieke en private diensten en data, maar steeds vaker bepaalt een klein aantal bedrijven wat er uiteindelijk gebeurt”, stelt Van Eeden. “Er ontstaat een prikkel voor bedrijven om verschillende rollen in het systeem te combineren, zoals laadexploitant en serviceprovider. En mogelijk ook uit te breiden in het domein van home energy management. Zo komt er veel data op een plek terecht, en dat is vaak een private partij. Partijen kunnen met de data die ze verzamelen hun positie verstevigen en meer invloed uitoefenen. Die datamacht moeten we niet zomaar uit handen geven, want het gaat om infrastructuren die binnenkort van vitaal belang zijn. De kennis daarover moet in publieke handen blijven.” aldus Van Eeden.

Het Public Stack-model helpt om de laadinfrastructuur eerlijker en democratischer te maken, waarin de burger centraal staat. “We pleiten ervoor dat publieke laadpunten een publiek goed zijn, waar de commerciële handelingsruimte goed afgebakend is. Burgers en andere belanghebbenden (zoals autorijders die nog geen elektrische auto hebben) verdienen daarom een plek aan de ontwerptafel en moeten ook inzicht kunnen blijven houden in de wijze waarop de infrastructuur wordt uitgerold. We streven naar open markten waarin ruimte blijft voor nieuwe, innovatieve partijen en waarin geaggregeerde data met iedereen gedeeld wordt, zodat we niet afhankelijk worden van een handjevol private partijen die deze kennis liever voor zichzelf houdt.” vertelt Van Eeden.

Diverse en open markt

In de Nationale Agenda Laadinfrastructuur – de meerjarige beleidsagenda met ambities en acties – is vastgelegd dat gemeenten, netbeheerders en marktpartijen met elkaar een diverse en open markt in laadtechnologie moeten stimuleren (2021). Een markt die toegankelijk is voor zowel kleine als grotere aanbieders. Om dit mogelijk te maken, beveelt Waag Futurelab aan om de rollen van laadexploitant en serviceprovider gescheiden te houden.

Daarnaast stelt Waag dat gemeenten afspraken zouden moeten maken ten behoeve van de gebruiker over de totstandkoming, transparantie, veiligheid en verwerking van klantprofielen.

Gemeenten kunnen verschil maken

Ook gemeenten kunnen voor problemen komen te staan als de markt niet open is. Gemeenten zijn immers afhankelijk van een beperkt aantal aanbieders. Daarom is het belangrijk dat de EV-markt open en innovatief blijft. Gemeenten spelen een belangrijke rol om dit te bewaken.

“Met onze aanbevelingen willen we gemeenten laten zien dat het eerlijk en democratisch invullen van de laadinfrastructuur een urgent vraagstuk is. Ook willen we lokale overheden prikkelen om anders om te gaan met het inkoopproces en de voorwaarden van de laadinfrastructuur. De aanbevelingen in het rapport bieden handelingsperspectief. Met deze handelingsperspectieven kunnen gemeenten een groot probleem in de toekomst voorkomen.” benadrukt Van Eeden.

Zorg voor inspraak belanghebbenden

Tot slot voegt Van Eeden toe: “De belangrijkste aanbeveling is om op alle niveaus rekening te houden met publieke waarden en maatschappelijke belangen. Zorg dat gebruikers en andere belanghebbenden vertegenwoordigd zijn in elke stap van het proces, van ontwikkeling tot uitrol.” Het onderzoek heeft geen probleem opgelost, maar biedt wel handelingsperspectief om een probleem te voorkomen. “We hebben gekeken wat er in het vermogen van de gemeenten ligt. De vervolgstappen liggen in hun handen.”

Meer informatie