
Topsector Energie in gesprek met Pallas Agterberg. Zij is Challenge Officer van netwerkbedrijf Alliander (ruim drie miljoen klanten). Alliander ontwikkelt en beheert energienetten. Vanuit die rol kijkt Alliander ook naar de transitie van de industrie, mobiliteit en gebouwde omgeving, bijvoorbeeld bij aardgasvrije wijken. Binnen het kennisnetwerk Maatschappelijk Verantwoord Innoveren heeft Alliander deelgenomen in tal van projecten.
“Ik ben niet betrokken geweest bij het programmeren, maar heb wel sterk de indruk dat MVI er in de laatste vijf minuten nog even bijgesleept is, met ‘o ja, dat moet er ook nog bij’,” kijkt Pallas Agterberg terug op acht jaar Topsector Energie. “De Topsector is steeds vooral vanuit de techniek bekeken. In de gedachte: Als we alles maar technisch op orde hebben, en we maken het goedkoop, dan komt het wel voor elkaar. Maar de belangrijke vraag is natuurlijk: hoe neemt de maatschappij die innovaties op? Wat doe je ermee?”
Gefragmenteerd
“Dus wat er onder de Topsector vaak gebeurde was: mkb’ers zien ergens kansen, in hun regio, of zelfs Europees. Dat gebeurt met alle enthousiasme. Of kennisinstellingen dachten: mooi, op dit onderwerp kunnen we een PhD kwijt. Bovendien was het vaak: eerst de techniek, en later gaan we die sociale component wel onderzoeken. En die sociale component kwam dan ook nog in de vorm van ‘gedragsbeïnvloeding’, de gedachte dat je de mooie nieuwe techniek alleen maar hoeft te verkopen. Dan ga je voorbij aan de gedachte dat de energietransitie een maatschappelijke transitie is.”
“De kleinere projecten lopen wel. Maar waar komt dit allemaal bij elkaar? Wat kunnen gemeentes ermee, de Tweede Kamer, de energieregio’s? Die vervolgstap mist vaak”
In acht jaar heeft TKI MVI best stappen gezet op dit vlak, beaamt Agterberg. De sociale component in het energieonderzoek wordt vaker onderkend. “Die kleinere projecten lopen allemaal wel. Maar mijn vraag is dan: waar komt dit allemaal bij elkaar? Wat kunnen gemeentes ermee, de Tweede Kamer, de energieregio’s? Die vervolgstap mist vaak. Zeker in het begin was alle onderzoek onder de topsector zeer gefragmenteerd. Sommige dingen gebeurden dubbel, of er zat geen onderling verband in. Er is in de loop van de tijd wel meer ordening in aangebracht, en dat is een verworvenheid van de Topsector. Maar het is nog lang niet genoeg.”
Sluitstuk
“Te vaak is MVI nu het sluitstuk van de energie-innovatie. Dat is echt een gemiste kans. Pas als we ons realiseren dat de beleving van de energietransitie de echte bottleneck is, dan kunnen we met de mensen samen de transitie vormgeven. Ik pleit er ook voor dat we bij elk innovatietraject op voorhand rekening houden met die sociale component. Het moet dus altijd multidisciplinair.”
Agterberg vindt dat de energietransitie en ook innovatie veel meer moeten worden geënt op de gebruikskant van energie. “De energietransitie is niet simpelweg ons energiesysteem veranderen: kolencentrales uit, windturbines aan. Het gaat om het gebruik van energie, in alle sectoren. In de gebouwde omgeving gaat het niet om zonnepanelen, maar om de transitie naar aardgasvrije duurzame woningen. De essentie is het begeleiden van het proces in de wijk en de gemeentes weten niet hoe ze dat moeten doen. Kijk naar mobiliteit, daar is de oplossing niet dat we allemaal in een elektrische auto in de file gaan staan. Er zijn nieuwe vormen voor mobiliteit nodig. Kijk naar de industrie: als je olie en gas wilt elektrificeren, dan is de Noordzee te klein. De nieuwe industriële revolutie vraagt om een combinatie van decarbonisatie, circulaire economie en digitalisering. Dit zijn enorme stappen, waarvoor nieuwe manieren van samenwerking de enige route is.”
Platform
Als eenvoudig voorbeeld noemt zij de elektrische batterij. “Dat gaat niet werken volgens het oude model: “we kopen wat in, maken een product, en verkopen dat weer”. De nieuwe vorm wordt het stapelen en combineren van business cases. Een batterij maken om te verkopen om het net op 50 Hz te houden is niet de moeite waard. Dan doet zo’n batterij 90% van de tijd niks. Dus moet je zo’n batterij ook inzetten, voor kopen van stroom als dat goedkoop is en verkopen als de stroom duur is, voor balanshandhaving en voor congestie. Voor het stapelen moet je met anderen gaan samenwerken, in een soort ‘matchmaking’ platform. Het wordt er niet eenvoudiger op, maar dit kan je niet meer in je eentje.”
Vanuit de praktijk
De energietransitie kan alleen maar tot stand komen als er oog is voor de maatschappelijke verbanden, zegt Agterberg. ”Dit is vooral een rol voor gemeentes en overheid. Gemeentes zitten te nog veel op het technische spoor, maar zouden veel meer een rol aan de bewoners moeten geven. Vanuit MVI hebben we op dit terrein meerdere projecten gedaan. Maar deze zijn onvoldoende voor gemeentes om nu te weten wat ze kunnen doen.”.
“Voor het ontwikkelen van kennis en technieken vanuit het perspectief van de samenleving hebben we nu paragrafen. Maar het boek is nog niet geschreven”
“Als sector gaan we vooruit. We hebben in MVI- en andere TSE-projecten kennis opgebouwd. Maar het is te gefragmenteerd en onvoldoende bereikbaar. Ik ben dan ook zeer te vinden voor de aanpak om met MMIP’s te werken. De volgende stap is dat we veel meer toe komen aan geïntegreerd werken aan de grote vragen van de energietransitie. We moeten ons realiseren dat de sociale component niet alleen een kwestie is van goed communiceren over een innovatie. We moeten juist kennis en technieken ontwikkelen vanuit het perspectief van de samenleving. En daarvoor hebben we nu wel paragrafen. Maar het boek is nog niet geschreven.”